Welcome to Eddie

always in extase



door Eddie Baantjerij


interim wethouder, kandidaat burgemeester,

politiek bestuurder van formaat, mensenkenner

van formaat en voorstander van een feestgemeente

Vergankelijkheid



Deze week zat ik met Don aan de bar in de Hollandsche Tuyn en bedachten hoe vergankelijk alles was in het leven. De dame achter de bar keek ons aan en Don wenkte haar voor een nieuwe schuimkraag. “Nog tien jaar”, zei hij op een treurige toon, “dan kan ik mijn hele archief in de vuilnisbak kiepen”. Ik was stomverbaasd. “Alles vergeelt, m’n boeken, m’n tijdschriften, de notulen van GroenLinks en de gemeenteraad en zelfs mijn trouwfoto’s”. 

Ik zweeg en bedacht dat hij zijn midlifecrisis nooit te boven was gekomen. “De ellende is, dat deze week ook mijn computer de geest gaf op het moment, dat ik alles wilde digitaliseren”. “Hoe kom je daar nou opeens zo op, Don?”, vroeg ik hem. “Ach, ik las het boek van Otto Wächter: ‘Restaurierung und Erhaltung von Büchern, Archivalien und Graphiken’ (3e druk 1982) en realiseerde hoe vergankelijk mijn verzameling Playboys was. Boudewijn Büch waarschuwde in 1987 al, dat er niets tegen de vergeling en de verzuring is te doen, maar ik nam hem nooit serieus, omdat hij ook voor die doperwtjes met Martine Bijl reclame maakte. 


Wat dacht je van Johnny the Selfkicker, allemaal grote geesten, Eddie. Het is notabene actueel wat hij destijds schreef en zich bovendien ergerde aan het advies van de Duitsers om een blauwzuurgas-behandeling toe te passen op je boekenarchief om de vergankelijkheid te ontlopen. Notabene te verkrijgen bij IG Farben, ja die ja, die lui dus, die in de oorlog ook al afnemers voor dat spul hadden. Ze zijn nu failliet verklaard, nadat eerst alle activa zijn overgeheveld naar andere Duiste grootmachten op dat gebied. Maar goed, ik keek mijn vrouw aan, liep naar de badkamer en keek in de spiegel. Ik zag een man op leeftijd met een treurige snor en barstte uit in tranen. Ik heb toen besloten voortaan met de auto naar het gemeentehuis te rijden en die vervloekte dienstfiets weer terug te geven. Dat kreng roest net zo hard als mijn oude Fordje, dus waarom zou ik me moe fietsen. Ik besloot meteen om de laatste jaren van mijn wethouderschap onvergetelijk te maken. Ik wil niet verdwijnen in de analen van het gemeentearchief als een nietszeggend persoon. Ik wil actie, ik wil scoren en bovenal me onvergankelijk maken”. 


Het was even stil en we staarden naar de dame achter de bar. Ze keek gelukkig onze kant uit en opnieuw werd ik getrakteerd. “Ik heb mijn verzameling oude tijdschriften, die ergens nog in een hoekje van de zolder lag, opgeruimd”. “Vreemd”, zei ik, “verleden week had ik ook opeens last van een opruimwoede en vond in mijn schuur mijn oude platenverzamling en heb, zittend op de vloer, die nog eens doorgenomen. Ik zag Jerney Kaagman* schitteren op de hoes van Earth an Fire en in de stapel oude Libelle’s van mijn vrouw zag ik Viola van Emmenes* haar nieuwe breiwerkje tonen. “Da’s toevallig”, zei Don, “zo kwam ik Viola, maar ook Carry Tefsen* tegen, je weet wel, die na jaren opnieuw de assistente van dokter Van der Ploeg gaat uithangen. Ook die Manfred Derman (de Graaf), die zijn identiteit weer heeft teruggevonden”. “Dan heb ik een paar leuke foto’s voor jou, Eddie”, zei Don opgetogen en zijn stemming sloeg om in enthousiasme. Hij trok zijn portefeuille uit zijn binnenzak en warempel daar toog Kaagman in vol ornaat op een vergeelde foto, Carry Tefsen in een nietsverhullende pose met Wim de Meyer en Viola zonder bovenkleding op een leeftijd, dat zij nog niet dacht aan een borstvergroting of leeggezogen onderkinnen. “Grappig”, mompelde ik en als twee pubers keken we met gapende monden naar de kreukelige foto’s terwijl we schichtig om ons heen keken. Een oudere dame aan de bar had gezien wat Don uit zijn portefeuille had getoverd en glimlachte.


“Ja, vervolgde Don, en nu heb ik maar meteen wat actuele plaatjes erbij gezocht, Eddie.”. “Waarom Don?”. “Om de vergankelijkheid der dingen bij me te hebben”, zei Don op ernstige toon. “Ik wil monumenten, blijvende herinneringen, straten die naar ons genoemd moeten worden, gebouwen, standbeelden, het kan me niet schelen wat. Als ik zie hoe die gerestaureerde facelifters in verval zijn geraakt, wil ik niet op die manier mijn loopbaan als wethouder beëindigen. Ik wil scoren en jong van geest blijven, alleen het lukt me nog steeds niet, kijk maar eens naar dat vervallen Pluspunt, naar de hoogspannings-masten of De Muzenhof. Het is telkens weer kommer en kwel”. Don’s stemming raakte weer in verval en hij keek mistroostig voor zich uit. Na een paar minuten zei ik tegen hem: “Je had ook meer naar mij moeten luisteren en kijken hoe ik het heb gedaan. Je moet juist van al die vervallen en inelkaar gezakte dames een mooie, jonge meid maken. Kijk naar de Laan van Ouderzorg, kijk naar de flats langs de Engelendaal, kijk naar die oude A4, waar straks tientallen bedrijven komen. Ik maak er iets moois van. Alles wordt nieuw in Leiderdorp. Een nieuwe Houtkamp, een nieuw gemeentehuis, nieuwe studio’s voor de gemeentelijke radio, nieuwe lanen en straten, een nieuw golfterrein, noem maar op. Ik zal niet in de vergetelheid raken. De vergankelijkheid mag toeslaan, maar dat zal niet op mij van toepassing zijn. Mark my words Don, ooit zal er een Eddie de Mepper singel komen, op z’n minst een straat. Beste Don, koop een ander pak, nieuwe schoenen en strik er desnoods een Pim-Fortuyn-das op, maar kijk nooit meer in de spiegel. Dat verdient Leiderdorp niet.”   


Eddie


* dit artikel kan eventueel worden ondersteund met jeugdfoto’s van de genoemde dames


Viola van Emmenes

Jerney Kaagman

copyright Ton de Vrind Photography © 1995-2024